Het is zomer in Nederland. De zon schijnt veel en de (onweers)buien vallen mee. Geen enkele reden om ons kikkerlandje te verlaten. Het IJsselmeer is groot genoeg …
Klassieke schepen in de zon

Mijn vooroordeel in verband met zeilen in Nederland in de zomervakantie is: overvolle havens! De praktijk valt best mee. We zorgen er wel voor dat we steeds bijtijds een haven bereiken om het volstromen met collegawatersporters voor te zijn.

We volgen de wind die ons gunstig gezind is. We krijgen niet meteen straffe wind voor onze kiezen. Zo kunnen we rustig wennen. Van Hoorn naar Bataviahaven bij Lelystad. We geloven te veel in de voorspelling van het KNMI en blijven een dagje liggen. De voorspelde zware regenbuien sterven allemaal uit voor ze ons bereiken. We krijgen hooguit 3 spatten over ons heen. Als we de volgende dag dan toch vertrekken, wordt het een wedstrijd met de komst van extreem weer. Het zeilen gaat fantastisch. Henk houdt voortdurend de buienradar in de gaten zodat we weten dat om 12:45 uur het regenfront Enkhuizen bereikt. We liggen dan al stevig afgemeerd. Stipt om 12:45 uur begint het te regenen. De hoeveelheid, de duur en het bijbehorende onweer vallen erg mee. We zitten al snel weer te genieten van het zonnetje.

Nadat het front is gepasseerd, komt er meer wind. We zeilen over een pittig golvend IJsselmeer naar Stavoren. Op een of andere manier staat er altijd veel wind wanneer wij willen afmeren in Marina Stavoren Buitenhaven. De meldsteiger is geen doen voor ons. De lagerwalkant ligt vol met platbodems waar we niet tegenaan kunnen. Aan de hogerwalkant is wel ruimte, maar zo krap dat we het met deze wind niet redden zonder risico op schade varen bij onszelf of andere boten. We kennen de haven en weten in welke boxenrij we uiteindelijk een ligplaats krijgen. Op goed geluk meren we af in de beste box die er is, eentje met een lange vingersteiger. Ik ga meteen naar het havenkantoor en daar zegt de havenmeester gelukkig "Knoop um maar vast."

Vanuit de kuip hebben we uitzicht op het gestuntel van bootjes die de meldsteiger willen bereiken. Het doet goed om te zien dat we niet de enigen zijn met afmeerproblemen bij deze wind. Gedeelde smart is halve smart.

De wind blijft nog een paar dagen. Opkruisen naar Medemblik leert ons weer hoe het voelt op roerig water. Vitamine C voorkomt zeeziekte en niet te veel naar binnen gaan helpt ook. Ik ben alleen vergeten om broodjes te maken van tevoren. Een gewoonte die er opnieuw in moet slijten. Het is wel heerlijk en stoer zeilen zo. Genieten met een hoofdletter G. Dat het afmeren weer wat lastig verloopt, mag de pret niet drukken. Als we eenmaal vastliggen, constateer ik met een grote grijns: "we moeten gewoon leren om charmant te knoeien, want lastig blijft het toch."

We gaan langzamerhand richting de Wadden. Nog één keer steken we het meer over, naar Hindeloopen. Onderweg horen we via de marifoon dat Hindeloopen vol gaat komen met skûtsjes en de gemeentehaven voor hen gereserveerd is. In de jachthaven kan de pleziervaart wel terecht. Skûtsjesilen hebben we geen van beiden ooit meegemaakt. Daar blijven we voor liggen. Het vollopen van de gemeentehaven, het openingsritueel 's avonds, we beleven het. We pakken ook nog het ringsteken mee dat gehouden wordt in het kader van een andere festiviteit. 'Folklorico tipico' noemen we dat. Van de wedstrijden zien we alleen de eerste groep. Daarbij slaat een skûtsje om. Het waait te hard voor dergelijke boten. Later lezen we dat de rest van de wedstrijden op die dag, zijn afgelast.

Met een nacht voor anker liggen bij Kornwerderzand nemen we afscheid van het IJsselmeer.