Nu we op de Oostzee zijn, gaan we het kalm aan doen. We kijken 's morgens hoe de wind waait en hoe onze pet staat. Afhankelijk daarvan besluiten we al of niet uit te varen. Wordt het varen, dan wordt het ook echt zeilen, want we gaan daarheen waar de wind ons gunstig gezind is. Nou ja, zoveel als mogelijk dan. Soms is het niet te vermijden en moet de motor aan.
Kunst bij Maasholm

Van Kiel met een heerlijke zeiltocht naar Maasholm, een lieflijk klein dorpje, waar je lekker niks kan doen. Of enige reparaties uitvoeren, dat kan ook.
Van Maasholm zeilen we naar Sønderborg in Denemarken. Zes jaar geleden zijn we hier langs gevaren omdat we ons geen tijd gunden het stadje aan te doen. Nu nemen we de tijd. We liggen afgemeerd langs de kade met uitzicht op een kasteel. Sønderborg Castle is de moeite van een bezoek waard en de steile straten van de stad zijn een uitstekende work-out.

Als we vinden dat we wat verder kunnen gaan, waait de wind ons richting Faaborg. We varen er nog even voorbij om eindelijk weer een keer het anker uit te gooien. De wind is weg, de regen valt in stromen. Er komt wat slechter weer aan en we gaan naar Faaborg. Toevallig komen daar ook zeilvrienden, wat een zeer gezellige avond cobben oplevert. Een Cobb is de barbecue van de (zeil)boten zeg maar. In de jachthavens van Denemarken zijn vaak aparte stukken met picknicktafels waar je mag barbeknoeien. Er zijn vuurplaatsen voor kolen, maar je kan gewoon de Cobb op tafel zetten als je wilt.

We blijven zwerven tussen de eilandjes ten zuiden van Fyn. We ankeren, we bezoeken Svendborg, en Nyborg. In Nyborg, oostkant van Fyn en uitzicht op de brug over de Grote Belt, is weer een kasteelruïne om te bekijken en een gezellig etentje bij ons aan boord met wederom onze zeilvrienden. Je komt elkaar steeds weer tegen als je wat rondzwerft.

Na Nyborg steken we de Grote belt over in zuidelijke richting. Op weg naar een ankerplek ten noorden van Falster. In eerste instantie is er weinig wind en heeft de Markiezin een heel kalm gangetje. We zien donkere wolken zich samenpakken. Net op tijd hebben we ons in zeilpak en reddingsvest gehesen, en de zeilen gestreken. Een enorme onweersbui barst los. We zien geen hand meer voor ogen. We varen voorzichtig op de motor verder, waarbij we gebruik maken van de elektronische navigatie op de iPad. Geregeld steekt een van ons het hoofd buiten de buiskap om rond te kijken. Niet dat we de schepen die passeren zien, maar toch. Alles bij elkaar duurt het een half uur. De zon komt net zo snel terug als ze verdween. De wind is een poosje pal tegen tot er geen wind meer over is. We motoren naar onze beoogde ankerplaats.

Vanuit het zuiden arriveert de 'lawine', met andere zeilvrienden. Net voor (of was het meer tijdens....) een nieuwe stortbui komen ze langszij bij ons. De bossen wier hangen aan hun anker. Gaat het anker van de Markiezin twee boten houden?
Gezien het korte geweld van de wind in de stortbui gaat dat helemaal goed komen. Als de zon terug is, rapen we allerlei etenswaren bij elkaar en steken de Cobb aan. Geen picknicktafel voor nodig.

De terugreis komt langzaam in zicht. We hebben geen haast, maar er is wel een deadline waarop we terug moeten zijn. Via het enige Pokémonloze eilandje Omø gaan we naar Heiligenhafen, Duitsland. Op en top toeristenplaats met megajachthaven. We wachten er wat slecht weer af, en bezoeken de Ostsee Erlebnis, een enorme uitkijktoren met een museum over alles op en in de Oostzee. We besluiten een lange dagtocht te maken naar het Kielerkanaal. Het wordt een betrekkelijk zware tocht met wind uit de verkeerde hoek en golven die voortdurend de snelheid uit het schip halen. Gelukkig heb ik een pleister geplakt. Op de motor zetten we door. Eenmaal in het Kielerfjord wordt het beter. Bij Holtenau hebben we geluk. De tweede nieuwe sluis is weer in bedrijf en we kunnen meteen invaren. Het afstappen en vastleggen blijft een hele onderneming voor mij, maar vanaf de stuurstand ziet het er voor Henk gestroomlijnd uit. Beter dan de paar boten voor ons. Joepie, zeg ik dan met een gezicht van een boer die kiespijn heeft...

We willen ankeren ergens langs het kanaal. Daar zijn speciale plekken voor aangewezen. Als de weersverwachting dan aangeeft dat er een rustige periode komt, lang genoeg om de Duitse bocht door te komen, gaan we door. Het anker weigert echter dienst. Gaat niet meer op of neer. Gelukkig staan er palen en kunnen we de Markiezin daar tegenaan leggen. Er wordt wat vreemd gekeken vanaf andere boten, maar dat deert ons niet. Volgende dag naar Rendsburg. Laat die Duitse bocht maar wachten.

Een week wonen we in Rendsburg. Dan komt er een nieuw weergat, zoals we dat noemen. We kachelen over het kanaal, overleven de sluis bij Brünsbuttel en kachelen rustig verder over de Elbe. Het is avond en de meeste collegazeilers gaan naar Cuxhaven. Gek, daar hebben wij nou nooit behoefte aan. We motoren de nacht door tot er een perfect windje opsteekt. De zeilen gaan omhoog, we draaien ieder onze wachten en genieten met volle teugen van deze tocht naar Den Helder.

Zo kan het dus ook in de Duitse bocht.